Voor het bouwrijp maken van deelplan 14 Ypenburg wil men een rij volwassen bomen namelijk populieren en essen/esdoorns kappen en vraagt een kapvergunning aan.

Hiertegen is bezwaar ingediend. Een van de bezwaarmakers is via overlevering rechthebbende op de bomen ook al is hij geen eigenaar van de grond waarop de bomen staan. Dit is heet het pootrecht.

Uit het verweerschrift van de gemeente blijkt dat hij dit niet schriftelijk kan aantonen. Toch blijft dit een lastige zaak voor de gemeente bij de beoordeling van de kapvergunning.

De populieren blijken achteraf in het kader van de Boswet als ze buiten de bebouwde kom staan zonder vergunning gekapt te mogen worden, echter de andere boomsoorten niet. De populieren worden gekapt.

Over de negen overblijvende bomen ontstaat een onderhandeling, waarbij uiteindelijk is besloten dat vier van de negen esdoorns op kosten van de overheid naar het particuliere terrein van een van de bezwaarmakers worden verplaatst. Over verplaatsing van de andere vier naar het terrein van een andere bezwaarmaker komt geen overeenstemming. Deze gaat in beroep. Hij vergeet een ook een voorlopige voorziening (schorsing) te vragen. De overheid begint met kappen voordat op de bezwaren is beschikt. Het gevolg is dat er fysiek geprobeerd wordt om het kappen te verhinderen. Dit is echter mislukt. De bomen leggen het loodje.