Reactie van de gemeente Den Haag

dd. 2 juni 2003
Regnr. DSO/2003.1228

Vaststelling Bestemmingsplan Ypenburg-Pijnacker, eerste herziening (de Bras)

Ten aanzien van deze zienswijze merken wij (gemeente Den Haag, red.) het volgende op: Het is juist dat de Nootdorpse Plassen en de rietoevers behoren tot een gebied met natuur- en landschappelijke waarden. De gronden die in deze herziening zijn opgenomen, liggen echter ten noorden van de rietoevers. Het betreft uitsluitend de kade. In de huidige situatie betreft het feitelijk grasland. Naar aanleiding van de zienswijze is een veldonderzoek uitgevoerd in het kader van de Flora- en faunawet naar de ecologische betekenis van de kade. Uit dit onderzoek is gebleken dat in het gebied diverse plantensoorten, broedvogels, amfibieën, vleermuizen en insecten voorkomen die op grond van de Flora- en faunawet beschermd zijn. Echter het betreft veelal algemeen voorkomende soorten. Overigens worden de huidige natuurwaarden enigszins beperkt door het intensieve recreatief gebruik van het gebied. Met name de broedvogels worden hierdoor beïnvloed. Echter verwacht wordt dat de voorkomende soorten wel aanwezig blijven bij een verdere intensivering van het recreatieve gebruik. Het bebouwen van de kade zal leiden tot verstoring of vernietiging van de voortplantingsplaats, vaste rust- of verblijfplaats van beschermde soorten waarvoor ontheffmg in het kader van de Flora en faunawet moet worden aangevraagd. Omdat er nog te veel onduidelijkheid is over de uiteindelijke inrichting van deze zone is het nauwelijks mogelijk de gevolgen van de ontwikkelingen te onderzoeken voor de ecologische en recreatieve waarden van de kade en het aangrenzende natuurgebied. Besloten is daarom de gronden uit het bestemmingsplan Ypenburg-Pijnacker 1e herziening te verwijderen. Dat geeft de mogelijkheid om nader te onderzoeken wat de potenties zijn van het gebied en dit met natuurorganisaties te bespreken. Bovendien kan dan een uitgebreid onderzoek plaatsvinden naar de aanwezige natuur- en ecologische waarden.

Op grond van het bovenstaande achten wij de zienswijze gegrond.

T.a.v. de rode contour:

In het vastgestelde streekplan Zuid-Holland West vallen de gronden inderdaad niet binnen de rode contour. De gebieden die in het kader van een bestemmingsplan reeds zijn aangemerkt voor stedelijke functies kunnen in overleg met de provincie alsnog binnen de rode contour worden opgenomen.

Naar aanleiding van de voorgaande zienswijze wordt de kade uit het plangebied verwijderd. De vigerende bestemming ALN blijft vooralsnog gehandhaafd.

Op grond van het bovenstaande achten wij de zienswijze ongegrond.